Daal 2.12.1
CLICK HERE https://blltly.com/2tsie0
Finally, the Omicron (B.1.1.529) variant was identified in South Africa in November 2021 and was designated as VoC in the same month due to its sharp increase in reported infections (Fig. 2) [90]. As of August 2022, Omicron has already been identified in 190 countries and has rapidly outpaced Delta in driving the upsurge of COVID cases in most countries [91]. Since its discovery, the Omicron variant has continued to evolve from its original BA.1 strain, leading to multiple descendent lineages. Some of these Omicron subvariants have shown to be more transmissible than the others, prompting WHO to add a new category to its variant tracking system, named Omicron subvariants under monitoring" to let public health authorities know which VoC lineages need further attention [51]. There have been seven lineages designated as Omicron subvariants under monitoring, including BA.2.12.1, BA.2.9.1, BA.2.11, BA.2.13, BA.2.75, BA.4, and BA.5. The first five belong to BA.2 sublineage, and the last two are BA.1 and BA.2 sister lineages.
Het vierde lid geeft de uitgangspunten die bij de berekening van de in het eerste tot en met derde lid genoemde tijden moeten worden gehanteerd. Impliciet volgt uit deze uitgangspunten dat er bij de berekening geen rekening mee hoeft te worden gehouden dat een vluchtroute is geblokkeerd door brand. Hoewel de eisen van het eerste tot en met derde lid op het niveau van een afzonderlijke vluchtroute zijn gesteld, moet een berekening van de doorstroomcapaciteit bij opvangcapaciteit worden uitgevoerd op bouwwerkniveau. Het gaat er om dat een bouwwerk tijdig kan worden ontvlucht bij brand en dat de vluchtroutes die daarbij een rol spelen in samenhang worden bekeken. Daarbij mag overigens rekening worden gehouden met het feit dat bepaalde ruimten niet gelijktijdig in volle bezetting worden gebruikt. Zo zullen bij een schoolgebouw de aula en leslokalen niet tegelijkertijd volledig zijn bezet. De berekening moet herhaald (iteratief) worden uitgevoerd met tijdstappen van 30 seconden totdat alle personen het aansluitende terrein hebben bereikt. De tijdstap van 30 seconden komt praktisch overeen met de aan te houden daal- en stijgsnelheid per bouwlaag. Op het tijdstip t = 0 min wordt verondersteld dat alarmering plaatsvindt en de eerste personen de subbrandcompartimenten direct al verlaten. De verdeling van de personen over de uitgangen van een subbrandcompartiment is vrij, maar moet door de aanvrager van een omgevingsvergunning wel kunnen worden onderbouwd. Buiten de subbrandcompartimenten wordt verder gevlucht waarbij bij het bepalen van de ontruimingstijd rekening zal moeten worden gehouden met de gegeven doorstroom- en opvangcapaciteiten en daalsnelheden. Uitgangspunt hierbij is dat de bouwlagen op ten minste 2,1 m en ten hoogste 4 m afstand van elkaar liggen, wat voor de meest voorkomende bouwwerken geldt. Bij andere hoogtes tussen bouwlagen of splitlevelbouwlagen kan op grond van gelijkwaardigheid worden uitgegaan van op die situatie afgestemde waarden en daalsnelheden in het bijzonder. 1e1e36bf2d